De negentienjarige Jordan Stolz rijgt de successen in het langebaanschaatsen aan elkaar. Of het nu om de sprint of het allround schaatsen gaat, de Amerikaan blijkt mondiaal de beste. En dat doet hij op zijn eigen manier met een stijl die kenners atypisch noemen. Voor schaatsen.nl vroeg Margriet de Schutter ActionTypes docent Bennie Douwes om de natuurlijke bewegingsvoorkeuren van Stolz te analyseren. Voor het interview klik hier.
Wat heeft de alom geprezen en bekroonde roman ‘Het lied van ooievaar en dromedaris’ met ActionTypes te maken? Het literair bouwwerk van schrijfster Anjet Daanje vormt een reis door de tijd dat bestaat uit steeds terugkerende symbolen in achtereenvolgens vertellingen, geschriften, observaties en verbeeldingen. Door te spelen met de tijd creëert ze een uitzonderlijke leeservaring, net zoals ons brein met ervaringen, gedachten en handelingen kan spelen. Hierbij liet Daanje zich inspireren door Carlo Rovelli. Een Italiaanse natuurkundige, gespecialiseerd in kwantumfysica. Zijn theorie geeft aan dat een deel van de tijd niets meer is dan wat we ervan maken. Eigenlijk maak je alleen het heden mee. De tijd die er aan voorafgaat dat zijn je herinneringen en wat er na komt is je verbeelding. In je beleving verbindt zich dat allemaal met elkaar en ontstaat het idee dat de tijd een stroom is. Dat is het in werkelijkheid echter niet.
Ook binnen de ActionTypes benadering is het idee dat het brein in zijn werking maar één staat kent, die van het hier en nu. Omdat het breinmodel geen diagonale verbindingen kent is sprake van paren van tegenstellingen, zoals omschreven door Carl Gustav Jung. Tegenstellingen in mentale functies die niet tegelijkertijd actief kunnen zijn. We kunnen niet in één en hetzelfde moment onpersoonlijk (Thinking functie) en persoonlijk (Feeling functie) handelen. Hetzelfde geldt voor de Sensing en de iNtuiting functies, die kort gezegd respectievelijk staan voor het bekende en het onbekende. In zijn fameuze boek ‘Dichotomies of the Mind: a Systems Science Model of the Brain and Personality’ biedt Walter Lowen een origineel conceptueel model van het functioneren van de hersenen. Het beoogt menselijke gedragspatronen conform de in de voorgaande alinea genoemde invalshoeken te helpen verklaren en begrijpen. Geschreven in een taal van wiskunde, computers en psychologie construeert het de organisatie die ten grondslag ligt aan soorten van intelligentie. Op grond van de mentale functies kun je dan spreken in termen van zintuiglijke (Sensing), inbeeldende (iNtuiting), logische (Thinking) en affectieve (Feeling) intelligentie. In het breinmodel van ActionTypes zijn Thinking en Feeling functies waarvan de centra diagonaal tegenover elkaar liggen. Hetzelfde geldt voor de functies Sensing en iNtuiting. In dit artikel gaan we deze laatsten verkennen in relatie tot de factor tijd. Dit conform de werking van het brein in de zin dat het maar één actieve staat kent, namelijk die van het hier en nu. Het referentiekader waar Anjet Daanje bij het schrijven van ‘Het lied van ooievaar en dromedaris’ zo mooi gebruik van heeft gemaakt.
Spitsen we ons toe op de parameters Sensing en iNtuiting dan definiëren o.a. Carl Gustav Jung en David Keirsey voor elke pool twee mentale functies. Eén daarvan is naar binnen gericht, de andere is naar buiten gericht. Tevens kent één van beide controle behoefte en de andere juist behoefte aan vrijheid. Laten we conform de ActionTypes inzichten de betreffende vier mentale functies op deze wijze verkennen en in relatie tot tijd oriëntatie plaatsen. Sensing introvert: herinneren (Si) naar binnen gericht plus controlebehoefte. Als de mentale functie ‘herinneren’ actief is worden eerdere zintuiglijke ervaringen in het hier en nu gebracht. Het doel is tweeledig. Allereerst wil het voorkomen dat gemaakte fouten worden herhaald om vervolgens te putten uit dat wat zich eerder wel heeft bewezen. Zo wordt als het ware een schatkist opgebouwd van eerder succesvol gebleken acties, zonder dat helder is of deze acties in de actuele context succesvol zullen zijn. Op deze manier worden tot op detailniveau overeenkomsten en verschillen opgemerkt. De zo ontstane databank wordt gebruikt om daar lessen uit te trekken, met deze ervaringen en wijsheden wordt een blauwdruk over het heden gelegd. Mensen waarbij de mentale functie ‘herinneren’ een voorkeursrol speelt blijven van nature dicht bij zichzelf. Ze vallen in hun handelen graag terug op dat waar ze vertrouwen in hebben en zullen niet zo snel nieuwe wegen inslaan. Sensing extravert: ervaren (Se) naar buiten gericht plus vrijheidsbehoefte. ‘Ervaren’ gebeurt door helemaal op te gaan in de zintuiglijke sensaties van het moment. Zo zijn mensen met deze mentale functie zich in het moment in rijk detail bewust van de fysieke wereld om hen heen. Relevante feiten en gebeurtenissen worden opgemerkt en aan de hand daarvan wordt meteen het bereiken van de intentie ingeschat. Hoe opwindender de fysieke ervaring, des te groter de impact. Waar ‘herinneren’ niet gemakkelijk los komt van het beproefde, verkent ‘ervaren’ graag wat er zich op het randje met het onbeproefde afspeelt. Daarvoor is vrijheid om die grens op te kunnen zoeken, alsmede improvisatie- en aanpassingsvermogen om er mee om te gaan nodig. Mensen met deze voorkeur handelen met hun zintuiglijke vermogen graag op de impuls van het moment. Hierbij leggen ze doorgaans een hogere risicobereidheid aan de dag. De mentale functie ervaren is bijzonder toegerust om vooral te leren van wat er (nog) niet lukt. Zo worden door ‘trial and error’ grenzen opgeschoven. iNtuiting: introvert voorzien (Ni) naar binnen gericht plus controlebehoefte. De kracht van de mentale functie ‘voorzien’ is dat het zich in het hier en nu bezig houdt met de vraag wat er kan gaan gebeuren, bijvoorbeeld als dingen op de huidige voet verder voortzetten. Met deze focus voor ogen voorziet het hoe de toekomst zich op basis van voortekens en trends zal ontvouwen. Omdat het minder concreet is kan intuïtie soms wat sceptisch tegemoet worden getreden. Dat is echter verre van terecht. In werkelijkheid blijken voorziene gaven als voorkeur doorgaans zeer betrouwbaar. Daarvoor beeldt het zich toekomstige scenario’s in die worden gescand op mogelijke obstakels. Het ingebeelde pad moet uit voorzorg eerst worden ontdaan van eventuele gevaren. Deze valkuilen dienen te worden opgelost voordat iemand met een voorkeur voor ‘voorzien’ vrij naar de toekomst en positief naar ideeën en mogelijkheden zal kijken. Is het vervolgen van de actuele of voorgestelde route niet veilig genoeg te maken, dan verkent en kiest het een veiliger scenario. Zo houdt de mentale functie ‘voorzien’ de toekomst onder controle door het veiligste scenario te kiezen en voorzienbare problemen tijdig op te lossen. iNtuiting: extravert improviseren (Ne) naar buiten gericht plus vrijheidsbehoefte. De mentale functie ‘improviseren’ heeft tot doel om kansen en mogelijkheden te ontdekken. Daar is het rechtstreeks op gericht, een proces dat op voorhand geen beperkingen kent. Het is dus toekomstgericht, maar anders dan bij voorzien is het niet georiënteerd op wat er in de weg kan staan en hoe houden we controle, maar op opportunistisch en onbeperkt positief denken. In die vrijheid van geest wordt het ene na het andere idee gecreëerd en gekoesterd. Dit met de beleving dat het al improviserend uitgeprobeerd kan worden. Zo jongleert ‘improviseren’ met een veelheid aan verschillende ideeën, gedachten, overtuigingen en betekenissen met de mogelijkheid dat ze allemaal waar kunnen zijn. Er blijven doorgaans veel opties open staan totdat er nieuwe informatie aan de omgeving wordt ontleend, vaak in een andere context. Langs deze weg voltrekt zich een proces dat leidt tot vernieuwende strategieën en concepten. Deze mentale functie wordt ook wel ‘brainstormen’ genoemd, echter die benaming laat onvoldoende doorschemeren dat in het proces het idee niet alleen bij anderen maar ook in de praktijk wordt getoetst. Dat laatste gebeurt improviserend.
De overeenkomst tussen de vier beschreven mentale functies is dat ze allemaal op hun eigen wijze terugvoeren naar het hier en nu en daarin tot handelen leiden. Zolang onze innerlijke staat en/of de behoeften van de context waarin we ons bevinden niet iets anders ingeven, zullen we onze aangeboren natuurlijke voorkeuren inzetten. Dit kan zijn door eerdere ervaringen (Si – herinneren), door de drang om experimenterend nieuwe zintuiglijke ervaringen op te doen (Se – ervaren), door voorzienbare scenario’s op hun veiligheid in te schatten (Ni – voorzien) of door improviserend nieuwe mogelijkheden te ontdekken (Ne – improviseren). Het ligt er aan of de individuele voorkeur gebaseerd is op Sensing (S) dan wel iNtuiting (N) en of deze naar binnen of buiten is gericht. Daar ligt de link met het individuele. Ongeacht de aangeboren voorkeuren (de grote lus) beschikt iedereen ook over het andere (de kleine lus). De kleine lus met de aanvullende mentale functies is actief in situaties waarin mensen in hun grote lus geen oplossing vinden. Hetzelfde geldt bij vermoeidheid en/of stress boven een bepaalde bestendigheidsgrens. Wat we hierbij dienen te bedenken is dat het verblijven in de kleine lus veel meer energie kost dan de grote lus. Een verschil dat op kan lopen tot een factor honderd. Van tijd tot tijd in de kleine lus handelen is prima, leerzaam en bijzonder vormend mits de duur er van en daarmee het energieverbruik beperkt blijft. Is dat niet het geval dan liggen oververmoeid raken en een burn-out op de loer. Coaching hierop en zelfinzicht hebben een grote meerwaarde.
Op vrijdag 1 maart 2024 werd in Glasgow de finale van het wereld indoorkampioenschap 60 meter voor mannen gewonnen door wereldrecordhouder Christian Coleman. Het was een titanenstrijd met zijn landgenoot Noah Lyles die Coleman enkele weken daarvoor tijdens de Amerikaanse kampioenschappen nog wist af te troeven met een zeer scherpe 6.43 seconden. Beide sprinters hebben een andere wijze waarmee ze zo’n strijd in hun voordeel kunnen beslechten. Coleman heeft de beste start en acceleratie ter wereld, terwijl Lyles dankzij zijn exceptionele snelheid en snelheiduithoudingsvermogen het jaar ervoor in de zomer op het wereldkampioenschap outdoor de 100 meter, 200 meter en 4×100 meter wist te winnen. Een outsider was de Keniaan Ferdinand Omanyala. Deze 28-jarige atleet is een laatbloeier die sinds 2019 veel progressie gemaakt heeft en zich vorig jaar voor het eerst in een finale van een mondiaal kampioenschap meldde.
In Glasgow viel Omanyala op vanwege een andere reden: Zowel in de halve finale als de finale moest de jury zich beraden over een baanoverschrijding van hem. In beide gevallen passeerde hij met zijn rechterbeen de lijn en liep dus deels in de baan van zijn tegenstander. Nu heeft hij daar geen voordeel van, eerder een nadeel omdat hij niet de kortste weg naar de finish neemt, maar hij kan hiermee wel de tegenstander naast hem hinderen. In beide gevallen kwam de jury tot het oordeel dat dit niet het geval was en werd hij niet gediskwalificeerd en werd zijn 4e plaats, in een voor hem tegenvallende 6.56 seconden, gehandhaafd.
Vanuit het perspectief van motorische voorkeuren was dit ook een opvallende finale. 6 van de 8 finalisten lieten een motorpatroon zien dat Sohier en Haye in 1989 definieerden als walking from the bottom and Grindle en zijn collega’s in 2016 herdefinieerden als terrestrial. Kort gezegd betekent dit dat deze sprinters vooral gebruik maken van de voorste spierketen om power te leveren, wat binnen het atletiekjargon ook wel aangeduid wordt als pushers.
Omanyala was één van de finalisten die als een pusher aangemerkt kan worden. Wanneer we verder inzoomen op het motorpatroon dat hij liet zien, was er duidelijk sprake van het maximaliseren van grove motoriek. Dit is duidelijk zichtbaar omdat de schouders en heupen relatief veel ingezet worden en de dorsaal-plantair beweging van de enkels niet heel expliciet uitgevoerd wordt, in tegenstelling tot bijvoorbeeld bronzen medaillewinnaar Ackeem Blake. Sporters met een voorkeur voor de inzet van de voorste spierketen in combinatie met het maximaliseren van de grove motoriek kenmerken zich door middel van relatief veel lengteas rotatie. Dit wil zeggen dat zij hun schouders relatief veel naar voren en achteren draaien in het transversale vlak. Een derde element dat Omanyla kenmerkt is dat hij zich op een horizontale wijze oriënteert ten opzichte van zijn omgeving. Sprinters met een horizontale oriëntatie zetten in de starthouding hun handen relatief ver uit elkaar, ofwel gaan ‘breed zitten’. Daarnaast zien we op de 200 meter dat aan het einde van de bocht de ellebogen naar buiten gebracht worden om dit lastige stuk op hoge snelheid te kunnen controleren.
Volgens de indeling van motorische voorkeuren die Theraulaz en Hippolite in hun revolutionaire boek La bible de préférences motrices (2021) hebben gedefinieerd kan de motorische voorkeur van Omanyala aangeduid worden als een G3-motoriek. Voor mij als sprintcoach is dit een intrigerende motorische voorkeur omdat ik jarenlang gewerkt hebt met een sprintster die ook deze voorkeursmotoriek had en ik pas relatief laat begreep wat de essentie is om vanuit deze voorkeursmotoriek een atleet maximaal te laten presteren: rust en kalmte in de beweging. Dit heeft te maken met een fenomeen dat Theraulaz en Hippolite afgelopen tien jaar ontdekt en verkend hebben: het intern ritme. Dit is het ritme waarmee het neurologische systeem de sensorische input (zien, horen, voelen, lichaamsbewustzijn etc.) het meest optimaal kan integreren om zodoende tot een optimale coördinatie te komen. Wanneer het brein veel informatie kan opnemen en verwerken dan kan deze een betere inschatting maken van de situatie en de beweging beter aansturen. Een G3-motoriek kenmerkt zich door een laag intern ritme. We hebben dit in praktijk ook getest door middel van een metronoom bij diverse sprinters en zagen hierbij behoorlijk grote verschillen, variërend van een optimale coördinatie van 70 bpm bij de sprinters met een G2- en G3-voorkeursmotoriek tot 170 bpm bij sprinters met een R1- en R4-voorkeursmotoriek.
Een 60 meter op wereldkampioenschap niveau duurt maar 6,5 seconden en in dit korte tijdsbestek moet er een optimale prestatie geleverd worden. Miljoenen ogen zijn gericht op deze race. Als sprinter wil je maximaal presteren door de benen uit je lijf te lopen. Voor sprinters met een G3-motorische voorkeur geldt echter dat zij de rust en kalmte moeten bewaren en hun lage interne ritme moeten respecteren. Hun bewegingen zien er dan relatief rustig uit, maar dat hoeft niet te betekenen dat ze langzamer starten of sprinten. Respecteren zij dit lage interne ritme niet dan hebben zij te maken met een verminderde coördinatie, excessieve lengteas rotaties en wijken ze uit in de horizontale dimensie. En als ze dan heel erg hun best aan het doen zijn, dan komende ze dus zelfs terecht in de baan van de tegenstander. Als sprintliefhebber hoop ik dat Ferdinand Omanyala bij de Olympische 100 meter finale in Parijs de rust en kalmte vindt zodat hij dan wellicht een serieuze bedreiging wordt voor Lyles en Coleman.
Referenties:
Sohier, R., Haye, M. (1989). Die zwei Gangarten der “menschlischen Maschine”. Manuelle Medizin
Gindre C, Lussiana T, Hebert-Losier K, Mourot L. (2016). Aerial and terrestrial patterns: a novel approach to analyzing human running. Int J Sports Med.
Theraulaz, B., Hippolite, R. (2021). La bible de préférences motrices. Amphora.
In de sportwereld heb je mensen die het anders doen, die de heersende normen uitdagen. Die zo sterk in hun eigen idee geloven dat ze grenzen verleggen waar anderen later bij aan gaan haken. In hun podcast bevragen journalist Thijs Zeeman en ervaringsdeskundige Merijn Zeeman iedere aflevering een bekende gamechanger. De afgelopen uitzending was dat Sjef Janssen, dressuurtrainer en –coach, die een ware omslag in het trainen en rijden van paarden bewerkstelligde en bijzonder succesvol werd. Niet in het minst door de intensieve samenwerking met partner en ‘gouddelver’ Anky van Grunsven.
In deze aflevering komt ook de ActionTypes benadering ter sprake. Janssen kwam er voor het eerst mee in aanraking tijdens de Mastercoach opleiding van NOC*NSF’, waarin Olympische coaches door experts werden bijgeschoold en intervisie kregen. Sjef: “Ik heb Anky dankzij ActionTypes beter leren ‘lezen’ en dat heeft mij en ons ook in het coachen bijzonder geholpen. Wat zijn haar natuurlijke voorkeuren en wat de mijne, waar zit onze kracht en wat zijn de valkuilen in de samenwerking? We lijken veel op elkaar, behalve op de dimensie extraversie-introversie. We zijn beiden van het degelijke stap-voor-stap en van details, En niet van het globale. Als je bij mensen die wel van het globale zijn meteen in de details gaat dan slaan ze op hol.”
“Ik heb het ook leren gebruiken als het er echt om ging. Wanneer we met het paard naar de losloopring gingen dan zag ik al hoe ze er op het moment inzaten en of ik wel iets zou moeten zeggen. Het heeft allemaal met de opbouw van flow en verbinding met wat je doet te maken. Ik heb heel veel aan Peter Murphy gehad, hij is een persoonlijke vriend en vrijwel de gehele topsportcarrière van Anky een mental coach voor ons beiden geweest. Hoe zit ik in elkaar, waardoor zouden we kunnen botsen en hoe vermijden we dat? Hoe gaat het wel klikken om het beste uit ons beiden naar boven te halen? Dit soort zaken. Als mens en als coach is het confronterend dat het voor jouw ruiters vaak anders werkt dan jij voor ogen hebt. Je moet leren aansluiten en tegelijkertijd in de gaten hebben wat de ruiter in het moment nodig heeft.”
Het boek Totaalcoachen XL van Peter Murphy e.a. vormt een eyeopener, dat voor een doorbraak heeft gezorgd in de coachwereld. Het laat verschillen in persoonlijkheid zien: wie ben ik zelf, wie heb ik voor me en hoe werkt het tussen ons? Niet alleen cognitief en emotioneel, maar ook wat heeft de sporter fysiek en motorisch nodig? Wil je meer weten? Ga dan naar www.actiontype.nl
Voormalig shorttrackster Margriet de Schutter staat centraal in de indrukwekkende documentaire ‘Diepgaan voor Vancouver’. Het beschrijft haar aanvankelijk hoopvolle schaatsloopbaan die tot deelname aan de Olympische Spelen in Vancouver had moeten leiden. Helaas mocht het door steeds terugkerend blessureleed zover niet komen. Er spatte niet alleen een droom uiteen, want de gevolgen van niet-passende techniekaanwijzingen waren minstens net zo pijnlijk.
Zoals de titel van de documentaire al doet vermoeden ging het over de aanwijzing om in het shorttracken diep te moeten zitten. Iets dat lang niet voor iedereen geldt, zoals aan de hand van eenvoudige motoriektesten kan worden onthuld. Toen Bennie Douwes, docent van de ActionTypes Academy, Margriet tijdens het schaatstrainerscongres van de NSTV en de KNSB op ,Papendal ontmoette was snel achterhaald waar al het blessureleed vandaan kwam en wat de oplossing zou zijn geweest. Niet dat haar lichaam ongeschikt was voor topsport, zoals werd gesuggereerd, maar dat op haar motorische voorkeuren afgestemde techniektraining en fysieke ondersteuning wel de kansen op de Olympische Spelen in stand hadden gehouden. Voor Margriet een reden om Bennie op te zoeken en er een uitgebreid artikel voor het forum schaatsen.nl over te schrijven.
De Schutter heeft na haar sportieve carrière van haar lot met veel vastberadenheid en veerkracht haar missie gemaakt. Ze is in binnen- en buitenland een veelgevraagd spreker over onder meer de nazorg van ex-topsporters en het omgaan met tegenslagen en veranderingen. In dit verband schreef ze de boeken ‘Stoppen en Doorgaan’ en ‘The Secret Balance of Champions – Health Challenges in Elite Sport’. Dit laatste boek geeft een bijzondere reflectie van 32 internationale sportsterren op de dunne draad waarop ze met hun gezondheid zowel tijdens als na hun actieve carrière balanceren.
Om prestaties te bevorderen en onnodige tegenspoed te voorkomen zouden wij willen wijzen op het doorgronden van hoe het bewegen voor het individu in zijn of haar unieke wijze werkt. Om diverse motorische verschillen op de schaats voorbij te zien trekken biedt het aanstaande WK-afstanden in Calgary een prachtige gelegenheid. Hoezo iedereen moet diep zitten? Observeer eens hoe Jordan Stolz voorbij snelt. Als je weet waar je op moet letten, ga je het zien. Met het bovenlichaam vlak door de bochten of met een licht verend hulpje, een kleinere of een grotere kniehoek bij de afzet, een smaller of een breder spoor, etc.. De ActionTypes benadering biedt de benodigde inzichten en vormt in onze ogen een onmisbaar hulpmiddel voor coaches en sporters die het volledige potentieel willen benutten. Voor iedereen die wil presteren en aan de goede kant van het breekbare fysieke en ook mentale lijntje wil blijven.
Het programma voor het ActionTypes Uitwisseling Platform (ATUP) 2023 is bekend. Wij zijn blij om op 16 december het volgende programma te mogen bieden:
We starten om 10.15 uur met een aantal updates over de ontwikkelingen betreffende ActionTypes. Vervolgens zal Martijn Leonard een presentatie geven genaamd “ActionTypes en flow – Praktische toepassing vanuit een individuele- en teambenadering”. Met voorbeelden uit het voetbal van o.a. het Nederlands elftal tijdens het WK 2022 en ADO Den Haag in het seizoen 2021-2022.
De ochtend wordt afgesloten met het “Bespreken en oefenen van het nieuwste ActionTypes testprotocol” gepresenteerd door Bennie Douwes en Michiel de Ruijter. Voorkeurshandelen en de dynamiek die daar achter schuil gaat, gaat over beweging en actie. Maar hoe test je iemand in die staat? Hierover gaat het aanbevolen testprotocol 4.5, dat mogelijke nadelen van eerdere versies ondervangt.
Na de lunch gaat het programma verder met een update over de Diepe Motivationale Drijfveren. Wanneer spelen ze concreet, wat zijn de empirische ervaringen en hoe kunnen we op het niveau van nature het dubbele aantal differentiaties opsporen?
Vervolgens zal Erwin Mortier een demonstratie geven hoe door middel van het trainen in de vier motorische hoofdstijlen de fysieke en mentale ontwikkeling van een persoon gestimuleerd kan worden. Het raakt de kern van de ActionTypes benadering waarin het lichaam de hulpbronnen voor cognitieve en emotionele groei herbergt.
Individueel maatwerk is een nuttig hulpmiddel bij het aansturen van en samenwerken binnen teams. Voorop staat echter dat dit niet zonder een gedegen basiskennis over teamcommunicatie en teamontwikkeling kan. Wij zijn dan ook zeer verheugd dat Toon Gerbrands deze dag zijn licht laat schijnen over dit onderwerp. Toon is o.a. bekend van zijn functies als algemeen directeur van de Betaald Voetbal Organisaties PSV Eindhoven en AZ Alkmaar, manager en directeur van de DSB-schaatsploeg, bondscoach van de volleybalmannen en als auteur van diverse boeken op de gebieden van communiceren, samenwerken, inspireren, coachen en presteren. Na een Q&A sessie wordt de dag omstreeks 17.00 uur afgesloten met een hapje en een drankje.
Op zaterdag 16 december 2023 organiseert de ActionTypes Academy Nederland voor alle practitioners die de leergang of de internationale cursus gevolgd hebben weer een editie van het ActionTypes Uitwisseling Platform. Het programma start om 9.45 uur en we sluiten af rond 17.00 uur. Het belooft een leerzame en inspirerende dag te worden, dus houd de nieuwsberichten in de gaten voor het definitieve programma en de mogelijkheid om je in te schrijven!
De ActionTypes Academy Nederland is trots dat sinds 2019 de ActionTypes benadering een plaats heeft gekregen in de sportinstructeurs opleiding van het Korps Mariniers. Ook dit jaar hebben docenten van de Academy een geslaagde bijdrage geleverd aan de opleiding. Onlangs mochten onze docenten Michiel en Martijn (eerste rij links) aanwezig zijn bij de diploma-uitreiking op de Van Ghentkazerne in Rotterdam.
Op 5 en 12 april vindt in Eindhoven de cursus Krachttraining op basis van motorische voorkeuren plaats. Dit is een praktische ActionTypes cursus waarin de toepassing van de motorische stijlen naar krachttraining vertaald worden. Heb je interesse? Schrijf dan snel in via: Cursus – ActionTypes®