De favoriete hoek van Edwin van der Sar
Toen de Action Type grondleggers Ralph Hippolyte en Bertrand Théraulaz, tijdens de
NOC*NSF Mastercoach in Sports leergang 7 voor bondscoaches, vertelden dat
voetbalkeeper Edwin van der Sar laag links van hem het meest kwetsbaar is, ontstond er bij
een aantal toehoorders enige scepsis. Hoe kunnen jullie dat nu weten, zijn de beste keepers
ter wereld überhaupt wel ergens kwetsbaar, dat soort vragen deden de ronde. Onlangs gaf
Edwin in het televisieprogramma Knevel en Van den Brink zelf het antwoord.
Andries Knevel had in zijn jeugdjaren als keeper van het schoolelftal ervaren dat hij een
sterkere en een zwakkere hoek had. Nu wilde hij van de doelman van Manchester United
graag weten of wereldkeepers daar ook last van hebben. Aan de hand van beelden van een
paar stijlvolle reddingen sprak de presentator het vermoeden uit dat de vroegere goalie van
het Nederlands elftal bij voorkeur ballen links van hem heeft. Van der Sar: “Nu ik gestopt ben
kan ik het eerlijk zeggen, mijn favoriete hoek is rechts van mij. In al die jaren is er veel bijgeschaafd, maar links blijft voor mij lastiger.”
Horizontaal perifeer zicht.
Hoe waren Hippolyte en Théraulaz tot hun bevindingen gekomen? Action Type geeft o.a.
inzichten in de visuele voorkeuren van sporters. Een belangrijke dimensie daarvoor is het
gebruik van het horizontaal perifeer zicht. Afhankelijk van de hersenhelftdominantie ziet een
sporter beweging, gevaar, richting en snelheid net iets eerder, beter en scherper met het ene
oog dan met het andere oog. Het oog dat hierin dominant is noemen we het motoroog.
Sporters met een dominante linkerhersenhelft (Judgers, rechter motoroog) nemen het aankomende voorwerp, bijvoorbeeld de bal, beter waar als deze van rechtsvoor komt, voor
sporters met een dominante rechterhersenhelft (Perceivers, linker motoroog) werkt het net
andersom. Hierbij past de nuance dat beide ogen ook in het horizontaal perifeer zicht met
elkaar samenwerken, dit in de verhouding 2/3 (motoroog) en 1/3 (andere oog).