Schaatser Nils van er Poel een vreemde eend in de bijt die wereld-/olympisch kampioen wordt.
Elke sport kent een eigen interne logica, maar die herbergt in werkelijkheid aanzienlijk meer opties dan vaak wordt aangenomen. De wereldtop in vrijwel alle sporten laat dat zien. Wat we voortdurend van schaatsvolgers horen gaat over ‘diep zitten’ en een ideale hoek van circa negentig graden tussen boven- en onderbenen om de afzet te kunnen optimaliseren. Dergelijke ideeën duiden op een concentrische dynamiek waarbij zo veel mogelijk duwkracht in de afzet kan worden geleverd. We zouden de schaatswereld graag mee willen geven dat het diep moeten zitten een dogma is dat lang niet voor iedereen geldt. Een dogma dat overigens niet alleen in het schaatsen heerst, maar in tal van sporten aan de orde is. Klik hier voor het artikel op de website van Sportknowhowxl.