De werking van het brein, mentale functies en het omgaan met tijd.
Wat heeft de alom geprezen en bekroonde roman ‘Het lied van ooievaar en dromedaris’ met ActionTypes te maken? Het literair bouwwerk van schrijfster Anjet Daanje vormt een reis door de tijd dat bestaat uit steeds terugkerende symbolen in achtereenvolgens vertellingen, geschriften, observaties en verbeeldingen. Door te spelen met de tijd creëert ze een uitzonderlijke leeservaring, net zoals ons brein met ervaringen, gedachten en handelingen kan spelen.
Hierbij liet Daanje zich inspireren door Carlo Rovelli. Een Italiaanse natuurkundige, gespecialiseerd in kwantumfysica. Zijn theorie geeft aan dat een deel van de tijd niets meer is dan wat we ervan maken. Eigenlijk maak je alleen het heden mee. De tijd die er aan voorafgaat dat zijn je herinneringen en wat er na komt is je verbeelding. In je beleving verbindt zich dat allemaal met elkaar en ontstaat het idee dat de tijd een stroom is. Dat is het in werkelijkheid echter niet.
Ook binnen de ActionTypes benadering is het idee dat het brein in zijn werking maar één staat kent, die van het hier en nu. Omdat het breinmodel geen diagonale verbindingen kent is sprake van paren van tegenstellingen, zoals omschreven door Carl Gustav Jung. Tegenstellingen in mentale functies die niet tegelijkertijd actief kunnen zijn. We kunnen niet in één en hetzelfde moment onpersoonlijk (Thinking functie) en persoonlijk (Feeling functie) handelen. Hetzelfde geldt voor de Sensing en de iNtuiting functies, die kort gezegd respectievelijk staan voor het bekende en het onbekende. In zijn fameuze boek ‘Dichotomies of the Mind: a Systems Science Model of the Brain and Personality’ biedt Walter Lowen een origineel conceptueel model van het functioneren van de hersenen. Het beoogt menselijke gedragspatronen conform de in de voorgaande alinea genoemde invalshoeken te helpen verklaren en begrijpen. Geschreven in een taal van wiskunde, computers en psychologie construeert het de organisatie die ten grondslag ligt aan soorten van intelligentie. Op grond van de mentale functies kun je dan spreken in termen van zintuiglijke (Sensing), inbeeldende (iNtuiting), logische (Thinking) en affectieve (Feeling) intelligentie. In het breinmodel van ActionTypes zijn Thinking en Feeling functies waarvan de centra diagonaal tegenover elkaar liggen. Hetzelfde geldt voor de functies Sensing en iNtuiting. In dit artikel gaan we deze laatsten verkennen in relatie tot de factor tijd. Dit conform de werking van het brein in de zin dat het maar één actieve staat kent, namelijk die van het hier en nu. Het referentiekader waar Anjet Daanje bij het schrijven van ‘Het lied van ooievaar en dromedaris’ zo mooi gebruik van heeft gemaakt.
Spitsen we ons toe op de parameters Sensing en iNtuiting dan definiëren o.a. Carl Gustav Jung en David Keirsey voor elke pool twee mentale functies. Eén daarvan is naar binnen gericht, de andere is naar buiten gericht. Tevens kent één van beide controle behoefte en de andere juist behoefte aan vrijheid. Laten we conform de ActionTypes inzichten de betreffende vier mentale functies op deze wijze verkennen en in relatie tot tijd oriëntatie plaatsen.
Sensing introvert: herinneren (Si) naar binnen gericht plus controlebehoefte.
Als de mentale functie ‘herinneren’ actief is worden eerdere zintuiglijke ervaringen in het hier en nu gebracht. Het doel is tweeledig. Allereerst wil het voorkomen dat gemaakte fouten worden herhaald om vervolgens te putten uit dat wat zich eerder wel heeft bewezen. Zo wordt als het ware een schatkist opgebouwd van eerder succesvol gebleken acties, zonder dat helder is of deze acties in de actuele context succesvol zullen zijn. Op deze manier worden tot op detailniveau overeenkomsten en verschillen opgemerkt. De zo ontstane databank wordt gebruikt om daar lessen uit te trekken, met deze ervaringen en wijsheden wordt een blauwdruk over het heden gelegd. Mensen waarbij de mentale functie ‘herinneren’ een voorkeursrol speelt blijven van nature dicht bij zichzelf. Ze vallen in hun handelen graag terug op dat waar ze vertrouwen in hebben en zullen niet zo snel nieuwe wegen inslaan.
Sensing extravert: ervaren (Se) naar buiten gericht plus vrijheidsbehoefte.
‘Ervaren’ gebeurt door helemaal op te gaan in de zintuiglijke sensaties van het moment. Zo zijn mensen met deze mentale functie zich in het moment in rijk detail bewust van de fysieke wereld om hen heen. Relevante feiten en gebeurtenissen worden opgemerkt en aan de hand daarvan wordt meteen het bereiken van de intentie ingeschat. Hoe opwindender de fysieke ervaring, des te groter de impact. Waar ‘herinneren’ niet gemakkelijk los komt van het beproefde, verkent ‘ervaren’ graag wat er zich op het randje met het onbeproefde afspeelt. Daarvoor is vrijheid om die grens op te kunnen zoeken, alsmede improvisatie- en aanpassingsvermogen om er mee om te gaan nodig. Mensen met deze voorkeur handelen met hun zintuiglijke vermogen graag op de impuls van het moment. Hierbij leggen ze doorgaans een hogere risicobereidheid aan de dag. De mentale functie ervaren is bijzonder toegerust om vooral te leren van wat er (nog) niet lukt. Zo worden door ‘trial and error’ grenzen opgeschoven.
iNtuiting: introvert voorzien (Ni) naar binnen gericht plus controlebehoefte.
De kracht van de mentale functie ‘voorzien’ is dat het zich in het hier en nu bezig houdt met de vraag wat er kan gaan gebeuren, bijvoorbeeld als dingen op de huidige voet verder voortzetten. Met deze focus voor ogen voorziet het hoe de toekomst zich op basis van voortekens en trends zal ontvouwen. Omdat het minder concreet is kan intuïtie soms wat sceptisch tegemoet worden getreden. Dat is echter verre van terecht. In werkelijkheid blijken voorziene gaven als voorkeur doorgaans zeer betrouwbaar. Daarvoor beeldt het zich toekomstige scenario’s in die worden gescand op mogelijke obstakels. Het ingebeelde pad moet uit voorzorg eerst worden ontdaan van eventuele gevaren. Deze valkuilen dienen te worden opgelost voordat iemand met een voorkeur voor ‘voorzien’ vrij naar de toekomst en positief naar ideeën en mogelijkheden zal kijken. Is het vervolgen van de actuele of voorgestelde route niet veilig genoeg te maken, dan verkent en kiest het een veiliger scenario. Zo houdt de mentale functie ‘voorzien’ de toekomst onder controle door het veiligste scenario te kiezen en voorzienbare problemen tijdig op te lossen.
iNtuiting: extravert improviseren (Ne) naar buiten gericht plus vrijheidsbehoefte.
De mentale functie ‘improviseren’ heeft tot doel om kansen en mogelijkheden te ontdekken. Daar is het rechtstreeks op gericht, een proces dat op voorhand geen beperkingen kent. Het is dus toekomstgericht, maar anders dan bij voorzien is het niet georiënteerd op wat er in de weg kan staan en hoe houden we controle, maar op opportunistisch en onbeperkt positief denken. In die vrijheid van geest wordt het ene na het andere idee gecreëerd en gekoesterd. Dit met de beleving dat het al improviserend uitgeprobeerd kan worden. Zo jongleert ‘improviseren’ met een veelheid aan verschillende ideeën, gedachten, overtuigingen en betekenissen met de mogelijkheid dat ze allemaal waar kunnen zijn. Er blijven doorgaans veel opties open staan totdat er nieuwe informatie aan de omgeving wordt ontleend, vaak in een andere context. Langs deze weg voltrekt zich een proces dat leidt tot vernieuwende strategieën en concepten. Deze mentale functie wordt ook wel ‘brainstormen’ genoemd, echter die benaming laat onvoldoende doorschemeren dat in het proces het idee niet alleen bij anderen maar ook in de praktijk wordt getoetst. Dat laatste gebeurt improviserend.
De overeenkomst tussen de vier beschreven mentale functies is dat ze allemaal op hun eigen wijze terugvoeren naar het hier en nu en daarin tot handelen leiden. Zolang onze innerlijke staat en/of de behoeften van de context waarin we ons bevinden niet iets anders ingeven, zullen we onze aangeboren natuurlijke voorkeuren inzetten. Dit kan zijn door eerdere ervaringen (Si – herinneren), door de drang om experimenterend nieuwe zintuiglijke ervaringen op te doen (Se – ervaren), door voorzienbare scenario’s op hun veiligheid in te schatten (Ni – voorzien) of door improviserend nieuwe mogelijkheden te ontdekken (Ne – improviseren). Het ligt er aan of de individuele voorkeur gebaseerd is op Sensing (S) dan wel iNtuiting (N) en of deze naar binnen of buiten is gericht. Daar ligt de link met het individuele. Ongeacht de aangeboren voorkeuren (de grote lus) beschikt iedereen ook over het andere (de kleine lus). De kleine lus met de aanvullende mentale functies is actief in situaties waarin mensen in hun grote lus geen oplossing vinden. Hetzelfde geldt bij vermoeidheid en/of stress boven een bepaalde bestendigheidsgrens. Wat we hierbij dienen te bedenken is dat het verblijven in de kleine lus veel meer energie kost dan de grote lus. Een verschil dat op kan lopen tot een factor honderd. Van tijd tot tijd in de kleine lus handelen is prima, leerzaam en bijzonder vormend mits de duur er van en daarmee het energieverbruik beperkt blijft. Is dat niet het geval dan liggen oververmoeid raken en een burn-out op de loer. Coaching hierop en zelfinzicht hebben een grote meerwaarde.